Hydrodynamiek
Het Schelde-estuarium, dat onderhevig is aan de getijden, is 160 km lang en loopt door Nederland en België, van het mondingsgebied tot aan de sluizen in Gent. Het stroomgebied van de Schelde met onder andere zijrivieren Rupel, Durme, Dender en Leie heeft een oppervlakte van wel 21.000 km² en voert zoet water richting de Noordzee.
Onder invloed van zowel natuurlijke als antropogene factoren kan de hydrodynamiek van het Schelde-systeem sterk veranderen. Verschillende aspecten van de hydrodynamica, zoals de hoeveelheid water die dagelijks in en uit de Schelde stroomt en de stroomsnelheid, bepalen in grote mate mee de fysisch-chemische toestand en de morfologische veranderingen van dit systeem. Ze zijn daarnaast ook van belang voor ondermeer scheepvaart en veiligheid. In functie van toegankelijkheid, veiligheid en natuurlijkheid gebeurt er dan ook nauwgezette monitoring van waterstanden en getij, golfwerking (door wind en schepen) en waterhuishouding in het volledige stroomgebied. Verder wordt ook heel wat onderzoek verricht om de gevolgen van een stijgende zeespiegel (door klimaatverandering) en het overstromingsgevaar (bij extreem tij of grote hoeveelheden neerslag) in te schatten.
Recente onderzoeken benadrukken de toenemende urgentie van deze kwesties, mede door de klimaatverandering. Volgens een recent rapport van de IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) blijkt dat de zeespiegelstijging sneller is dan eerder voorspeld, wat de noodzaak voor aanpassingen in het huidige Sigmaplan onderstreept. Ook neemt de frequentie van extreme weersomstandigheden, zoals hevige regenval en stormvloeden toe, wat leidt tot een verhoogd overstromingsrisico.
Inzichten verkregen uit monitoring en onderzoek worden gebruikt om het beheer van het estuarium vorm te geven, evenals bij het evalueren en opstellen van het Sigmaplan voor Vlaanderen, Natuurpakket Westerschelde en het Deltaprogramma voor Nederland.