Morfodynamiek

Over haar loop van 160 km kent het Schelde-estuarium grote verschillen. Tussen Gent en Doel (Zeeschelde) heeft de rivier een enkelvoudige stroomgeul. De breedte van de rivier neemt hier toe van zo'n 50 tot 1350 meter. Stoomafwaarts van Doel, in Nederland (Westerschelde), gaat de rivier meanderen over een brede bedding met een complex meergeulenstelsel bestaande uit geulen, zandbanken, platen en langs de oevers slikken en schorren. In Vlissingen bedraagt de breedte reeds meer dan 5000 meter.

In de loop van de geschiedenis hebben heel wat menselijke ingrepen plaatsgevonden die de morfologie van het estuarium en de rivier hebben veranderd: oevers werden verstevigd, de waterloop werd op verschillende plaatsen recht getrokken, land werd ingewonnen door inpoldering, er werd gebaggerd en gestort, ... Dit gebeurde in het verleden enkel in functie van de veiligheid en toegankelijkheid (economie) van het estuarium. Verschillende van deze activiteiten vinden nog steeds plaats maar er wordt ook rekening gehouden met de natuurlijkheid en het evenwicht van het estuarium. In functie hiervan worden ook andere beheerwerken uitgevoerd, bijvoorbeeld ontpoldering. Daarnaast bepaalt ook de hydrodynamiek mee de morfodynamiek van het systeem, en omgekeerd.

In het kader van de drie functies van het Schelde-estuarium (toegankelijkheid, veiligheid en natuurlijkheid) wordt momenteel de geomorfologie in het estuarium nauwgezet opgevolgd. Erg belangrijk is het verzamelen van bathymetrische gegevens zodat topografische kaarten van de waterbodem kunnen worden opgesteld voor het volledige stroomgebied. Er wordt ook heel wat onderzoek verricht naar ondermeer sedimentsamenstelling, -depositie en -transport (voornamelijk zand en slib), ontwikkeling van de geulen, erosie en invloed van zandwinningbaggerwerkzaamheden en storten van zand en slib.

Afbeelding
Data Toolbox_LOGO
Afbeelding
Baggeren_prod

Producten

Naar Galerij
Afbeelding
Morfodynamiek_geo
Afbeelding
CatalogusIMIS_logo

Publicaties

Naar Catalogus